Verslag van een week bagger

Bagger was een week heerlijk vertoeven op een idyllisch boerderijtje in Schoonrewoerd; heerlijk tekenen tussen de fruitbomen en een kopje thee erbij uit je zelf meegebrachte stenen mok. Maar bagger was ook rotte appels pletten met een vijzel, waterschorpioenen vangen in de sloot, honderden posters maken, bijna van de dijk af rijden of vallen in de sloot, je boodschap doen op een Dixi-wc en gestoken worden door een bij. Het had min- en pluspunten, maar ik vond het een leuke week!

DAG 1: FRUITTEELT
Op de eerste dag gingen we aan de slag met de opdracht fruitteelt. Maar voor we daaraan konden beginnen, moesten we eerst in Schoonrewoerd proberen te komen. Gelukkig hoefde ik maar een half uurtje te fietsen. Dat was best weinig, aangezien sommige kinderen anderhalf uur moesten fietsen.

Eenmaal aangekomen, zetten we onze fietsen weg in een betonnen bak en verzamelden we voor de schuur. Na een kwartiertje wachten, mochten we de schuur in. Daar moesten we aan een soort picknicktafels zitten en  kregen we een welkomstpraatje van meneer Scherpenzeel en een leraar. Meneer Scherpenzeel had een klein, schattig hondje dat de ganse dag achter hem aan liep. Daarnaast verzamelde hij nylon jasjes. Na het welkomstpraatje ging je met een groep van ongeveer twintig kinderen naar je eigen onderdeel. Wij pakten de fiets om naar een andere boerderij te gaan, wat nog een hele manoeuvre was. Daar bekeken we de zogenaamde laagstam bomen, telden we hoeveel bomen er stonden op tien vierkante meter, verzamelden we appels en bekeken we de spullen van de imker. Hierna keerden we terug naar de boerderij en bekeken we de hoogstam bomen.

Persoonlijk vond ik dat leuker dan het bezoeken van de eerste boerderij. Al die hoge bomen met ladders zagen er mooier uit dan de laagstam bomen die worden gebruikt omdat het makkelijker is om te telen. Met de verkregen informatie moesten we een hoofdvraag bedenken en daarbij een poster maken. Bij ons kostte het heel veel tijd om de resultaten van ons onderzoek bij elkaar te sprokkelen, aangezien wij de verschillen tussen rotte en rijpe appels wilden onderzoeken. Hiervoor moesten we rotte en rijpe appels van dezelfde soort zoeken en daar sap uit zien te krijgen met behulp van een zeefje en een vijzel. Daarna moesten we met indicatorstripjes bekijken wat de pH-waarde, het glucosegehalte en het gehalte aan vitamine C was. Tenslotte moesten we nog een hele poster in elkaar zetten. Al met al was het dus een leuke en lange dag.

DAG 2: GEOLOGIE
Na weer een half uurtje fietsen kwamen we aan bij de boerderij. We gingen in de schuur zitten en na even wachten gingen we naar de tafels waar ons onderdeel bij hoorde. Mijn groepje had geologie. We moesten met een baak, waterpaskruis, goot en boor een heel stuk fietsen naar de plek waar we de grondboringen gingen doen. De plek waar we dat gingen doen was een weiland, met daarnaast een maïsveld. Niet echt een geweldige locatie, maar na het boren in de grond op twee verschillende plekken, kwamen we erachter dat daar een stroomrug loopt.

Met de fiets gingen we terug naar de Diefdijk, waaraan de boerderij gelegen is. Daar gingen we de dijk meten. Dat deden we met behulp van een waterpaskruis en een baak. Het was leuk, maar ook eentonig, want je deed de hele tijd hetzelfde. Daarnaast was het nog best een opgave om het laatste stuk te meten zonder in de Wiel te vallen. Hierna gingen we terug en begonnen we aan de poster. Voor de poster hadden wij een boor in de grond (met kleurovergangen) getekend. Het was wel jammer dat je voor elke poster zo weinig tijd had om te maken, waardoor we het weer moesten afraffelen.

DAG 3: KUNST
Dit was een bijzondere dag: mijn verjaardag! Ik was erg blij dat ik tijdens bagger jarig was. Ik had namelijk geen school en hoefde geen huiswerk te maken. In plaats daarvan mocht ik de hele dag tekenen en schilderen. Dit maakte mijn verjaardag nog leuker, aangezien ik van tekenen houd.

In de ochtend ging je individueel tekenen en in de middag in een groep schilderen. We begonnen dus met tekenen. We moesten voorwerpen of dingen tekenen die een element uitbeeldden. Dat kon van alles zijn, van een brandnetel tot een tractor. Ik vond het tekenen wel erg leuk. Ten eerste omdat je überhaupt mocht tekenen en ten tweede dat je op een plekje aan de Wiel of ergens anders heerlijk tot rust kon komen.

In de middag gingen we schilderen. De opdracht was om een ontmoeting tussen twee of meer elementen te maken. Daarvoor moest je voorwerpen die personen uit je groepje hadden getekend gebruiken. Wat erg fijn was, was dat mijn groepje buiten mocht schilderen. Heerlijk in het zonnetje! Ons schilderij was aardig gelukt. We hadden een ontmoeting gemaakt tussen lucht en water, maar aarde was er ook bij betrokken. We hadden een abstracte manier van water tekenen gebruikt, wat een van de pluspunten van ons schilderij was. Deze dag hoefde je gelukkig geen poster te maken. Dit vond ik denk ik één van de leukste dagen; een echt rustpunt midden in de week.

DAG 4: BEESTJES
Na hetzelfde ochtendritueel als de dagen ervoor, liepen we naar een aparte schuur voor ons project over waterbeestjes. Na een korte uitleg gingen we op pad om waterbeestjes te vangen. Die beestjes ging je gebruiken om het verschil in waterkwaliteit tussen twee verschillende plekken te onderzoeken.

Met twee vangnetten, twee emmers, twee bakken en een zeefje gingen we op pad. Op pad naar een kroossloot en een 'normale' sloot. We begonnen met vissen in een licht bekroosde sloot. Daar vingen we niet erg veel, en het was even moeilijk om een goed systeem te bedenken waarmee je de beestjes mee kon nemen, zonder alle planten en het modder wat je mee had gevist. Na genoeg te hebben gevangen, gingen we naar nog twee andere sloten: één die helemaal vol lag met kroos en één zonder kroos.

Het was best eng om te zien wat er allemaal in een sloot leeft. We vonden onder andere schorpioenen, kevers en bloedzuigers. Het mag duidelijk zijn dat ik hoop nooit in een sloot te vallen. Toen we helemaal klaar waren met beestjes vangen, keerden we terug naar de boerderij. Daar gingen we de beestjes determineren en een poster maken. Het werd laat die dag, aangezien het determineren best veel werk was.

DAG 5: CHEMIE
Dit was de laatste dag. Aan de ene kant was het een fijn vooruitzicht dat het bijna weekend was, en aan de andere kant was het jammer dat een week zonder school en zonder huiswerk bijna voorbij was. Jammer genoeg vond ik de laatste dag ook de minst leuke.

We hadden dit keer ruim twee uur minder tijd om onze poster af te maken, omdat de leraren eerder klaar wilden zijn, zodat we daarna konden opruimen. Als eerste moesten we potjes met water vullen. Daarna gingen we daar proefjes mee doen. We hadden een half uur de tijd om de potjes te vullen. Daarna gingen we de proefjes uitvoeren. In mijn geval moest ik een ijk lijn maken en daarna kijken waar de zelf gevulde potjes pasten. Met deze proef zochten we het chloridegehalte uit. Daarna moesten we een poster maken. Ik vond deze poster het minst leuk om te maken, omdat je de poster niet echt leuk kon vormgeven omdat het die dag alleen over chemische waterkwaliteit ging. Daarnaast waren de proefjes ook niet erg leuk om uit te voeren, omdat ze erg simpel waren om uit te voeren.

Ik vind het erg leuk dat de school een week als Bagger organiseert. Het was namelijk leuk om een week op een andere manier dingen te leren. Het enige grote minpunt vond ik dat je elke dag poster moest maken. Op een gegeven moment krijg je daar wel genoeg van. Misschien kunnen er andere eindproducten worden gekozen naast het maken van een poster. Ik heb er wel van genoten en ik hoop dat de school deze week blijft organiseren.